nieuws–26 september 2023 – geschreven door:Marieke Karssen

In 2022 zijn voedselbossen voor het eerst apart meegenomen in de nationale bodemdierentest. Van oorsprong is deze test -zoals zoveel citizen science of burgerwetenschap-tests- bedoeld voor de normale burger en zijn of haar achtertuin. En dat is vaak een plek waar de mens druk bezig is om natuur te temmen of in ieder geval in een bepaald stadium te houden.

Waarom de worm (waarschijnlijk) in voedselbossen terrein verliest

Onder het maaiveld

Voedselbossen zijn wezenlijk andere plekken. Ze worden niet gemaaid, niet geschoffeld, niet geploegd en niet bemest. Ze worden bovendien pas sinds een paar jaar onderzocht.

Ook in de nationale bodemdierendagentest van het NIOO-KNAW doen voedselbossen pas sinds vorig jaar apart mee en daar leek, zie afbeelding hieronder, het voedselbos minder biodivers dan de achtertuin. Deze boodschap willen wij toch wel wat relativeren: in de achtertuin won de regenworm, in de voedselbossen de spin.

Er lopen drie grote onderzoeken naar voedselbossen. Twee daarvan beginnen al met wat resultaten te komen. Het Nationaal Monitoringsprogramma heeft haar eerste driejarenrapport zojuist gepresenteerd en het burgerwetenschapsproject op ons platform komt eind dit jaar ook met de resultaten van eerste drie jaren.

Wat blijkt in beide onderzoeken: zowel de variatie in de biodiversiteit van de kruidlaag (onze biodiversiteitstest) als de aanwezigheid van de regenworm (de bodemdierendagentest) vormt een gelijke curve: een flinke spurt naar boven in het begin: veel verschillende bloemen en kruiden en veel regenwormen, en daarna een gestage afname.

Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met twee zaken: de toename van schimmels in de bodem en het langzaam maar zeker afnemen van direct zonlicht. Ook zijn er relatief veel voedselbossen op zandgrond en daar leven sowieso minder wormen.

Niemand die het nog echt weet, maar het interessante is dat zowel onze uitkomsten als die van het Nationaal Monitoringsprogramma dezelfde kant op lijken te gaan. Des te belangrijker om juist nu te blijven onderzoeken!

In bovenstaande infographic over de uitslag van 2022 zie je nu staan dat voedselbossen een geringe biodiversiteit hadden. Dat is dus misschien niet helemaal waar: ze hadden gewoon wat weinig regenwormen en (denken wij) de spinnetjes zijn niet zo makkelijk te tellen en te vinden.

Dus, als je meet dit jaar: vergeet dan vooral niet om door te zoeken op alle vormen van rovertjes. Dat zijn soms echt hele kleine spinnen, pissenbedden, of duizendpoten. Hoe meer je van die dieren vindt, hoe sterker je ecosysteem is. Want rovers zijn er pas als er iets te eten is voor ze. Dat eten kunnen wij vaak niet zien, maar geloof ons: ze zouden er niet zijn als het eten er niet was. Natuurlijk zijn regenwormen ook een belangrijke indicator dat het goed gaat met je bos, maar ons pleidooi hier is dat de regenworm zeker niet de enige indicator is van een gezond ecosysteem.

Heel veel plezier gewenst. Je hebt tot en met 9 oktober om je onderzoek te doen. Dus het moet lukken dit jaar.

Hoe kun je meedoen als je je voedselbos nog niet op Voedsel uit het Bos hebt aangemeld?

Heel simpel: maak eerst een gratis profiel aan en maak -ook gratis- je voedselbosproject en daarbinnen minstens één bomenplot. Hoe? Dat wijst zich telkens redelijk vanzelf of is te vinden in de veldgids die je kunt downloaden op de voedselbosmonitoringspagina. Heb je vragen, mail naar info@voedseluithetbos.nl. Heb je je bomenplot aangemaakt? Lees dan hieronder verder.

Hoe doe je de bodemdierentest?

Neem de veldgids mee en ga lekker je voedselbos in. Zoek de door jou gemaakte of te maken bomenplot op en zoek daar, met de bodemdierenkaart in de hand minstens een kwartier en maximaal een half uur goed naar de bodemdieren die je kunt vinden en noteer wat je ziet. Log dan in op je account, en ga naar jouw voedselbosproject. Kies daar hetzelfde bomenplot en vul in wat je hebt gevonden. Ingewikkelder is het niet.