Van prognose naar bewijs
Maar, dat zijn prognoses. Er zijn nu in Nederland slechts een handjevol voedselbossen ouder dan 5 jaar, en 2 of 3 van rond de 10 jaar oud. Wel zijn er vanaf 2018/2019 steeds meer voedselbossen gestart. Vandaar dat wij een (gratis) tool hebben ontwikkeld waarmee voedselboseigenaren de daadwerkelijke oogsten van hun voedselbos kunnen monitoren en die resultaten vervolgens kunnen delen met elkaar en de wetenschap. Dus, hoe staat het in jaar 1 met de biodiversiteit? En hoe in jaar 5? En, hoeveel CO2 wordt er opgeslagen? En wordt dat meer als je na twee jaar nog een keer kijkt? Dit levert nu al, na 2 jaar testen, leuke resultaten op, inclusief heel veel detailinformatie voor wetenschappers over gevonden en geplante soorten en variëteiten.
De economische oogstmeting begint nu pas echt
Naarmate het vijfde jaar van de eerste groep voedselbossen uit 2018/2019 nadert, komt ook de vraag naar de economische opbrengsten goed in beeld. Sommige voedselbossen starten in fruitboomgaarden en die laten zien dat ze al vanaf jaar 1 een rendabele bedrijfsvoering hebben, maar verreweg de meeste voedselbossen starten op weiland of akkerbouwgrond en worden aangeplant met vrienden en vrijwilligers. Deze bomen en struiken groeien vervolgens rustig op en de eigenaren schalen pas vanaf jaar 5 op richting inkomen.
En daar zien wij nu al een paar problemen opdoemen. Bij die voedselbossen die nu net al wat ouder zijn, maar ook bij de jongere. Hoe meet je oogst? Je staat vaak in het veld. Moet je dan een weegschaal meenemen? Of je werkt met zelfplukabonnementen. Ga je dan ook de kilo’s bijhouden of gewoon alleen het geld?
De moeizame relatie van idealisten met geld
Daarachter schuilt vaak nog een probleem. Wat mag je rekenen voor je oogst? Veel voedselboseigenaren zijn primair ideologisch gedreven. En dat vertaalt zich vaak naar een neiging om bescheiden prijzen te vragen voor de geoogste producten. Of, iets minder voorzichtig geformuleerd: in een wat moeizame relatie met geld verdienen. Alsof ergens geld voor vragen niet netjes is. Of, alsof natuur en geld niet samen mogen gaan.
Eigenlijk best grappig, want, zodra ik deze mensen de vraag stel waarom ze hun voedselbos zijn begonnen, dan staat toch, na biodiversiteit/natuur bevorderen, meestal bovenaan dat ze willen aantonen dat voedselbossen economisch rendabel zijn. En daadwerkelijk gaan bijdragen aan onze voedselvoorziening!

(poll uit webinar 2020)
Dus: als wij als voedselbosbeweging claimen dat voedselbossen economisch rendabel zijn, dan zijn wij ook aan zet om dat aan de reguliere wereld te laten zien. Als jij onbespoten, onbemeste waanzinnig voedselrijke appels verkoopt uit jouw voedselbos, dan zijn die juist heel waardevol en hoeven die zeker niet goedkoper te zijn dan de appels uit de supermarkt!
En dan zou er nog een probleem kunnen ontstaan met schaal en arbeid. Dat probleem kunnen we nu nog nergens echt in de praktijk zien. De voedselboscriticasters zien voedselbossen als rommelige plekken en verwachten hier dus grote praktische problemen. De voedselbosenthousiasten zeggen dat in de grote voedselbossen alles keurig op rijen staat en dat je in oogsttijd de brandnetels gewoon plattrapt en dan overal gewoon bij kan. Niet veel anders dan in de reguliere teelt. Ik verwacht dat als we dit laatste kunnen bewijzen, dat we dan pas een grotere groep boeren en financiers mee zullen krijgen.
Meet je economische oogsten, er is geen way out
Tot die tijd is het dus hoognodig dat iedere voedselboseigenaar die de missie voelt om aan te tonen dat voedselbossen rendabele alternatieven zijn voor de reguliere landbouw, maar dan zonder bestrijdingsmiddelen, zonder bemesting en mèt groei van bodemgezondheid en biodiversiteit de moeite blijft nemen om hun kilo’s voedselbosproducten en abonnementen en alle andere voedselbosopbrengsten zo goed mogelijk te meten. Ook hiervoor kun je onze begrotingstool gebruiken. Hij is ook in te zetten als een weergave van je inkomsten en uitgaven. En alsjeblieft, vul ook ons economische monitoringformulier in. Want hoe meer mensen dat doen, hoe sneller we samen die bewijslast op de been krijgen.