Voor wie met een voedselbos aan de slag wil, heeft dat voor- en nadelen. Voordeel is dat er ruimte is om te interpreteren. Nadeel is dat ambtenaren die aanvragen voor voedselbos moeten beoordelen niet kunnen terugvallen op de bestaande kaders en dan vaak een behoudende, veilige keuze maken.
Of iets ‘mag’ hangt in eerste instantie van de zienswijze van de beoordelend ambtenaar af, maar ook van de opstelling van de aanvrager. Je kunt als aanvrager gaan voor zekerheid (zwart-op-wit toestemming van de overheid) of voor eigen risico (zelf interpreteren en kijken waar het schip strandt).
Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste wet- en regelgeving voor het aanleggen en beheren van een voedselbos. Het is onmogelijk om alle wet- en regelgeving in detail te beschrijven, ook omdat deze per gemeente kan verschillen. Het onderstaande is zeker geen volledig overzicht en ook geen kookboek, maar een globale schets die toekomstige voedselbosbouwers op weg kan helpen. U kunt aan het onderstaande dus geen rechten ontlenen. Om tegenvallers te voorkomen is het is raadzaam om aanvullend advies in te winnen, dat is toegesneden op uw specifieke situatie.
Verder gaan we ervan uit dat een voedselbos buiten de bebouwde kom wordt aangelegd op landbouwgrond of in bestaand multifunctioneel bos. In beide gevallen kan voedselbosbouw namelijk een ecologische verrijking brengen.
In 2021 is er in het kader van de Green Deal Voedselbossen een nieuwere handleiding over regelgeving verschenen.
Bestemmingsplan
Voor het aanleggen van een voedselbos is de huidige bestemming van de grond bepalend. Deze is vastgelegd in het bestemmingsplan, dat bestaat uit een algemeen deel, een plankaart en planvoorschriften. Bestemmingen zoals agrarisch en natuur komen in aanmerking. Dubbele bestemmingen (bijv. agrarisch/natuur) komen ook voor en bieden voor het aanleggen van een voedselbos meer ruimte dan enkelvoudige bestemmingen.
Het bestemmingsplan kan aanvullende bepalingen bevatten die niet op de kaart zijn aangegeven. Deze bepalingen kunnen restrictief zijn voor voedselbosbouw. Een voorschrift kan zijn dat geen begroeiing hoger dan 1,20 meter mag worden aangelegd om de openheid van het landschap te behouden. Of dat er geen bomen mogen worden gekapt. Het is dus belangrijk om naast de kaart ook de aanvullende bepalingen te bekijken.
Bij de aanleg van voedselbos kan om verschillende redenen grondverzet gewenst zijn, bijvoorbeeld voor het aanleggen van vijvers of poelen of voor het creëren van drogere en meer vochtige groeiplaatsomstandigheden. Ook hiervoor kunnen planvoorschriften bestaan. Daarnaast kunnen beschermde archeologische waarden aanwezig zijn zoals Celtic Fields of grafheuvels, waarop specifieke regelgeving van kracht is.

Leer ook van de pioniers: Liesbeth van Bemmel

In veel gevallen zal voedselbos in het bestemmingsplan passen. Als dat niet het geval is, kan een verzoek worden ingediend voor wijziging van het bestemmingsplan. Veel gemeenten zijn enthousiast over het concept voedselbosbouw en zullen meewerken. Houd er wel rekening mee dat de procedure veel tijd in beslag kan nemen en dat belanghebbenden bezwaar kunnen aantekenen. Een bestemmingswijziging wordt onder meer getoetst aan de omgevingsvisie van provincie en gemeente. Hierbij zal worden getoetst op landschap, ecologie, cultuurhistorie en dergelijke. Indien de bestaande natuur wordt versterkt met de voorgenomen activiteiten, zal dat bijdragen aan een positieve grondhouding.
Voedselbosbouw is mogelijk als agrarische onderneming, als bosbouwonderneming, of als recreatieonderneming, afhankelijk van de bestemming van de grond en de precieze bedrijfsactiviteiten. Belangrijk is dat de waarde van grond met een agrarische bestemming vele malen hoger is dan de waarde van grond met een bestemming bos of natuur. Een bestemmingswijziging van agrarisch naar bos/natuur leidt daarom tot een grote afwaardering die economisch niet altijd interessant is (waarover meer bij het onderwerp Subsidies). Een bestemmingswijziging van natuur/bos naar agrarisch is niet altijd toegestaan en ook niet altijd interessant vanwege de verplichte compensatie.
Natura 2000
Voor Natura2000-gebieden geldt dat alle handelingen die afbreuk kunnen doen aan de staat van instandhouding van specifieke natuurwaarden (habitattypen en/of plant-/diersoorten) in beginsel verboden zijn. Voedselbosbouw op agrarische percelen binnen/rond Natura2000-gebieden zal in het algemeen eerder leiden tot een verbetering van de natuurwaarden dan een verslechtering, maar het is desondanks belangrijk om dit te (laten) toetsen. Dit geldt zeker voor voedselbosbouw op natuurterreinen binnen Natura2000-gebieden.
Wet Natuurbescherming (Wnb)
Soortbescherming
De Wnb regelt de bescherming van plant- en diersoorten en in het geval van diersoorten ook de vaste verblijfplaatsen (waaronder nesten en dassenburchten). Hoewel het beschermen van populaties voorop staat, hebben de verbodsbepalingen betrekking op individuen.
In het geval van voedselbosbouw is de Wnb vooral van belang bij de aanleg. De aanleg is een ruimtelijke ingreep en daarmee een mogelijke verandering van leefgebied. Voorafgaand aan de aanleg moet daarom getoetst worden of er beschermde soorten aanwezig zijn die tijdens/door de aanleg in hun voortbestaan kunnen worden bedreigd. Onder bepaalde voorwaarden, waarop kan ontheffing worden verkregen.
Ook na de aanleg kan de Wnb van belang zijn bij activiteiten in het kader van beheer en oogst. Omdat de mate van ingrijpen (schaal en intensiteit) in een voedselbos echter zeer laag is, is overtreding van de Wnb zeer onwaarschijnlijk.
Areaalbescherming houtopstanden
Naast de bescherming van soorten regelt de Wnb de bescherming van het areaal bos. Kort samengevat geldt dat wat bos is, bos moet blijven. Niet alle boomsoorten/houtopstanden vallen onder de areaalbescherming van de Wnb. Fruitbomen, kerstboomplantages en kweekgoed zijn bijvoorbeeld uitgezonderd.
Voor grotere ingrepen in het kronendak (diameter groter dan 1,5 x de boomhoogte) is een kapmelding verplicht en voor grote open ruimten (groter dan 50 are) geldt bovendien een herplantplicht. De provincies zien hierop toe en hebben een zekere vrijheid om de regels op eigen wijze in te vullen. Voornoemde criteria zijn daarom indicatief. Daarnaast kan voor herplant gelden dat deze bosbouwkundig verantwoord moet plaatsvinden, ter beoordeling aan het bevoegd gezag. Spontane opslag van Amerikaanse vogelkers geldt bijvoorbeeld niet als een geslaagde verjonging.
Als de aanleg van voedselbos ertoe leidt dat het bestaande bos niet meer voldoet aan de Wnb, dan zou ontheffing van de herplantplicht moeten worden aangevraagd. En als die wordt verleend zal het verloren gegane bos elders moeten worden gecompenseerd (op landbouwgrond). In dat geval zou het meer voor de hand liggen om het voedselbos direct op landbouwgrond te realiseren. Voor voedselbos in bestaand bos geldt dus dat de eisen van Wnb goed in het oog moeten worden gehouden.
Erfgoedwet
Park en groenaanleg kan aangewezen zijn als rijksmonument, vaak als onderdeel van een historische buitenplaats. In dat geval geldt de bescherming van de Erfgoedwet en dient voor wijzigingen een omgevingsvergunning te worden verkregen. Hierbij zal worden beoordeeld of wijzigingen in gedaante de monumentale waarde aantasten of juist versterken.
Waterstaatkundig beheer
Bij aanleg van bos in uiterwaarden is een ontheffing van Rijkswaterstaat nodig. Hierbij zal gekeken worden naar de doorstromings- en/of bergingscapaciteit.
Rino Jans (Bosgroep Midden Nederland), Age Fennema (De Rentmeesters Coöperatie), Wouter van Eck (Stichting Voedselbosbouw)
november 2018
Subsidieregelingen
Agrarisch
Afhankelijk van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan voedselbosbouw kan er sprake zijn van agrarisch ondernemerschap met alle rechten en plichten die daar bij horen. Daarvoor moet voedselproductie plaatsvinden op een geloofwaardige schaal die het hobbymatige overstijgt.
Agrarische ondernemers komen in aanmerking voor een toeslagregeling voor bepaalde gewassen. Deze toeslag kan worden aangevraagd via de verplichte jaarlijkse Gecombineerde Opgave, maar dit kost enige moeite omdat de formulieren zijn afgestemd op de in de landbouw gebruikelijke monocultures en niet op een polycultuur zoals voedselbosbouw. De beteelde oppervlakte per gewas is daardoor moeilijker te bepalen en bovendien telt de oppervlakte van poelen en hagen niet mee.
Bos
In geval van de aanleg van een voedselbos met natuurbestemming op agrarische grond, kan in het kader van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) subsidie worden aangevraagd voor de inrichting en het beheer. De waardedaling van de grond door deze bestemmingsverandering kan worden gecompenseerd. Dit is uitsluitend mogelijk op percelen die door de provincie zijn aangewezen op het Natuurbeheerplan en daarnaast geeft het Natuurbeheerplan aan welk (natuur)beheertype moet worden gerealiseerd. Dit beheertype wordt vastgelegd in een notarieel vastgelegde kwalitatieve verplichting op de grond. Het voedselbos zal dan moeten voldoen aan alle subsidieverplichtingen die gelden voor dit specifieke beheertype. Deze verplichting behelst enerzijds het in stand houden van het beheertype en anderzijds het kosteloos openstellen van het terrein voor publiek gedurende 358 dagen per jaar.
In geval van aanleg van voedselbos in bestaand bos is het belangrijk om na te gaan of er subsidie is verleend voor de inrichting (inclusief compensatie van de grondwaardedaling) en/of het beheer, en of er een kwalitatieve verplichting rust op de grond. Lopende beheersubsidie kan in beginsel door de aanvrager worden ingetrokken, maar dan moet alle ontvangen subsidie worden terugbetaald (tot het begin van het subsidietijdvak). Na afloop van het subsidietijdvak hoeft echter geen nieuwe aanvraag te worden ingediend. Het kan dus handiger zijn om een lopend tijdvak uit te dienen.
Fiscale aspecten
Disclaimer: Hieronder worden slechts algemene regels beschreven, die eventueel in uitzonderlijke gevallen niet van toepassing zijn. Het is daarom raadzaam om voor specifiek fiscaal advies een fiscalist te raadplegen.
BTW
Met het vervallen van de Landbouwregeling per 1-1-2018 zijn alle agrarische en bosbouwondernemingen btw-plichtig geworden. Dat betekent dat btw moet worden afgedragen aan de fiscus over de verkochte goederen en diensten. De btw op de ingekochte goederen en diensten kan daarop in mindering worden gebracht.
Bosbouwvrijstelling
De belastingdienst hanteert voor de inkomstenbelasting een zeer ruime definitie van het begrip bosbedrijf. Bomen op een erf kunnen daar ook onder vallen. Het bosbedrijf kan onderdeel zijn van een meeromvattende onderneming, bijvoorbeeld een agrarisch bedrijf. De winst uit het bosbedrijf is vrijgesteld van inkomstenbelasting, maar eventueel verlies is dan ook niet aftrekbaar. Een bosbedrijf kan ervoor opteren om wél in het belaste regime te vallen. Dit kan interessant zijn als er over een lange periode gemiddeld verlies zal worden geleden, bijvoorbeeld in de opstartfase.
Overdrachtsbelasting
Natuur is vrijgesteld van overdrachtsbelasting evenals grond die onder NSW is gerangschikt. Wanneer landbouwgrond wordt verkocht door een agrarische onderneming aan een andere agrarische onderneming, dan is de transactie vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Het aankopen van landbouwgrond voor voedselbosbouw is dus gunstiger voor een agrarische onderneming.
Successiebelasting
Landgoederen met een Natuurschoonwet-rangschikking zijn vrijgesteld van successiebelasting. NSW-landgoederen moeten wel voldoen aan een aantal voorwaarden, waaronder een minimale omvang van 5 hectare die voor ten minst 30% bestaat uit bos/natuur en verplichte openstelling met een minimale paddichtheid. Meer informatie over de NSW is te vinden op de website van RVO.
Algemeen
- Greendeal: Handleiding wet en regelgeving voedselbossen
- Greendeal: Gewascode 1940
Wet natuurbescherming
Subsidieregelingen
- RVO: Subsidie Natuur- en Landschapsbeheer, agrarisch natuurbeheer (SNL-a)
- Stichting Voedselbosbouw: Projecten
Fiscale aspecten
- RVO: Algemene website